Cookie beleid vv Balk

De website van vv Balk is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Tech. Werkplan JO13

Tech. Werkplan JO13

Tech. Werkplan JO13
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Technisch werkplan voor O13

De kenmerken van O13
De O13 is een belangrijke leeftijdsgroep. De kinderen in deze leeftijdscategorie zijn vaak heel
enthousiast, leergierig en vragen om technische aanwijzingen.

Hoewel de O13 sneller van begrip is als een O11 en langer kan luisteren naar instructie, pikt hij vooral veel op
door een goed voorbeeld van de trainer-coach. De O13 is vaak heel visueel ingesteld en leert min of meer op
het eerste gezicht. Het motorische leervermogen verbetert snel, zodat technische vaardigheden goed en snel
geleerd kunnen worden.

Het is zelfs de ideale leeftijd om technische vaardigheden te leren. Nadat de grove techniek in relatief hoog
tempo is verwerkt, kan aandacht worden besteed aan verfijning en uitbreiding. Een eigen mening ontwikkelt
zich. De drang om zich te vergelijken neemt toe. Dat geldt ook voor de kritiek op eigen prestatie en die van
anderen. Hoewel de succesbeleving nog erg individueel gericht is, ontstaat ook al meer het beeld van de
teamspeler en daardoor het groepsgevoel. In de O13 wisselen de spelers al minder snel van vrienden. Er
ontstaan vaste vriendengroepen met een duidelijke groepsorde. Ook het samenwerkingsgedrag neemt toe en
daarom kan er al meer aandacht voor tactiek en samenspel zijn.

Liggen in de vorige fase (O11) de accenten op spelend leren, nu vindt er geleidelijk een verschuiving plaats
naar het leren door spelend oefenen. De bewegingsdrang is gecontroleerd en mede daardoor is een hoog
leertempo mogelijk. Bij sommige vroegrijpe spelers kondigt zich het begin van (de problemen van) de
puberteit aan. Er kunnen dus al verschillen ontstaan in prestatieniveau tussen vroeg- en laat-rijpen.
De lichaamsbouw bij de meeste O13 is harmonisch. Het kind zit nog lekker in zijn vel. Eigenschappen als
snelheid, behendigheid en coördinatie ontwikkelen zich dan ook snel. Zo is het coördinatievermogen bij
voldoende lichaamservaring zelfs optimaal. De voorwaarden zijn aanwezig om vrijwel alle bewegingen
volledig onder de knie te krijgen. Leg daarom regelmatig het accent op een algemene loop-technische
scholing, waarbij alle soorten van beweging aandacht kunnen krijgen. Besteed bijvoorbeeld aandacht aan het
nemen van hindernissen, waarbij eisen worden gesteld aan aspecten als behendigheid en coördinatie.
Hoewel de belasting nog gedoseerd moet worden, kunnen aspecten als snelheid en reactievermogen de
volle aandacht krijgen.

De speler wil groot zijn. Wie iets kan, die is iets en die telt mee! Vooral de oudere O13 zullen al bewust zijn
met het verwerven van een plaats binnen de groep.
Als je lichamelijk goed in elkaar zit en je kunt wat met je lichaam, dan win je aan status. Kinderen in deze fase
vergelijken zich dan ook sterk met elkaar. Wedijveren en prestatiezucht nemen toe. De O13 trainer-coach kan
daarop inspelen door tijdens trainingen voor oefenvormen te kiezen, waarin wedijver aan de orde is.
De prestatiezucht en het enthousiasme van de O13 en het gebruik van de wedijvergerichte vormen mogen
overigens niet voortdurend ten koste gaan van de technische uitvoeringswijze van de beweging, de
onderlinge sfeer in de groep en het tactische overzicht en samenspel. Relativeer als trainer-coach van tijd tot
tijd het resultaat en de prestatie.
De O13 kent meestal geen angst, is een avonturier en een ontdekker. Hij richt zich op de dingen, die om
hem heen te zien zijn en die in de directe toekomst zijn te verwachten.
Het is over het algemeen geen denker of piekeraar en tracht zijn doel zonder al te veel omwegen te bereiken
en dat is ook in het spel terug te zien.
Angst is hem onbekend, omdat hij nog niet zo sterk nadenkt over de gevolgen van zijn acties.
Hij leeft hier en nu. Daardoor vergeet hij bijvoorbeeld ook een nederlaag of overwinning zeer snel. De band
met de jeugdtrainer wordt groter naarmate de persoonlijke gesprekken gaan over de vorderingen van de D-
pupil.

Profiel van de O13 trainer-coach
De O13 trainer-coach moet aan twee belangrijke eigenschappen voldoen als je de kenmerken van deze
leeftijdsgroep als uitgangspunt neemt: hij moet enthousiast zijn en over voldoende eigenvaardigheid
beschikken om tijdens de training het goede voorbeeld te kunnen geven. Hij heeft daarom een eigen
voetbalachtergrond op een aanvaardbaar niveau.

Als O13 trainer-coach hoef je minder dan bij de O11 te reageren op het moment zelf. De O13 kunnen al een
korte foutenanalyse achteraf verwerken.
Ze zijn tegenwoordig zeker in staat om een aantal tactische basisprincipes uit te voeren.

Dat betekent dat de O13 trainer-coach in elk geval over voldoende tactische kennis moet beschikken. Hij moet
ook weten hoe je op deze leeftijd eigenschappen als snelheid, behendigheid en coördinatie kunt ontwikkelen
en creativiteit aan de bal kunt stimuleren.
Een goede trainer-coach bij de O13 reserveert tijd voor persoonlijke gesprekken met zijn spelers over de
vorderingen en heeft regelmatig contact met de ouders.

Tips voor de O13 trainer-coach

- Ook bij de O13 is het contact met de ouders van belang. Organiseer een ouderavond en geef
toelichting op de uitgangspunten, afspraken en regels. De voetbalontwikkeling staat voor de
trainer-coach voorop. Ouders willen nog wel eens prestaties belangrijker vinden.
- Stimuleer dat kinderen buiten het trainingsveld veel voetballen. Maak daarbij gebruik van de
prestatiebehoefte van de O13: “Wie kan de bal volgende week al 50 keer hoog houden?” of “Wie
zal de schijnbeweging volgende week het beste voor kunnen doen?”
- Geef geen uitgebreide warming-up zonder bal. Rek- en strekoefeningen zijn voor de O13 zonde van
de tijd. Gebruik de beschikbare tijd volledig om de O13 te laten leren.
- Verplaats je als O13-coach in de pupil, spreek kindertaal, durf een “toneelstukje” op te voeren op
het trainingsveld en daag de pupil uit. Dat zal zeker voor extra beleving en plezier zorgen.
- Stimuleer creativiteit aan de bal. Behandel bijvoorbeeld het 1:1 duel vooral aanvallend en geef
goede voorbeelden hiervoor. Creatieve voetballers zijn nog steeds in de minderheid ten opzichte
van de eenheidsworsten. Moedig in de wedstrijd de individuele actie op het juiste moment aan.
- O13 nemen heel snel het enthousiasme van hun trainer-coach over.
- Besteed zeker in deze belangrijke leerfase ruime aandacht aan “tweebenigheid”. Laat dus
oefenvormen met zowel het rechterbeen als met het linkerbeen uitvoeren.
- Train in hoog trainingsritme. Sta niet te veel en te lang stil door een mondelinge uitleg.
- Geef niet teveel tactische tips tegelijk.
- Speel liever een aantal korte partijtjes met steeds nieuwe uitdagingen dan een lange partij.
- Stimuleer dat de spelers zelf al nadenken over voetbalproblemen door bij de coaching vooral vragen
te stellen.

- Wees consequent in de hantering van de regels. Of het nu sociale regels betreft of spelregels,
kinderen in deze fase ontwikkelen een scherp gevoel voor rechtvaardigheid. Maak de regels van
tevoren goed duidelijk, maar bewaak ze ook consequent. Je zult merken dat de kinderen gaan
corrigeren bij het overtreden van de regels.
- Haal bij groepsgewijze correctie de meest gemeenschappelijke fouten er uit. Waak ervoor de
jeugdige voetballer af te laten gaan voor de groep door hem te laten demonstreren hoe fout hij het
wel niet doet. Geef liever zelf het goede voorbeeld. De groepsreacties (uitlachen e.d.) gaan al een
belangrijke rol spelen.

- Leg een goed contact met de O13. Contact opbouwen gebeurt nooit van een kant. Zorg voor
tweerichtingscommunicatie. Dat begint al met een praatje in de kleedkamer. Ook vragen stellen
tijdens de training bevordert de motivatie en het contact met de trainer-coach. Een goede
relatie tussen leider en deelnemers is een basisvoorwaarde om tot leerprestaties te komen.
- Beloon prestaties! De O13 is gevoelig voor complimenten. Met belonen wordt vaak meer bereikt
dan met straffen. Dat iets lukt of goed gaat wordt vaak als vanzelfsprekend ervaren.
- Daag de kinderen gerust eens uit! Oefeningen aanbieden met een zeker risico van mislukken, met
daarbij de aantekening dat dit voor hen heel lastig gaat worden, werkt stimulerend. Een houding
van speelse uitdaging is effectiever dan een doodernstig gezicht.

Specifieke problemen bij O13
D-pupillen spelen vaak alleen maar dieptepasses. “Zoals de voeten staan, zo gaat de bal.” Dit kan
verholpen worden door in dribbelvormen met kapbewegingen van richting te veranderen. Daarnaast in
positie en partijspelen coachen op open- en indraaien van het lichaam tijdens de balaanname.
Bij de O13 is de ontwikkeling van de traptechniek zeer belangrijk. Een O13 wil vaak niet met het “verkeerde
been” schieten dus de trainer-coach moet hierin bemiddelen en motiveren. Voor een verre pass wordt de
binnenkant van de voet gebruikt. Aandacht dus voor het aanleren van de wreeftrap.
Het komt nog wel eens voor dat O13 niet willen koppen. Besteed aandacht aan de koptechniek in partijspelen
(scoren met het hoofd) via handbal, voorzet via de dropkick of voorzet vanuit een neutrale zone. Hierbij gaat
het om de intentie van het willen koppen. In de hogere leeftijdscategorie wordt het koppen vanzelf beter en
makkelijker te trainen.

Door het enthousiasme en de enorme ijver van de O13 sluipen vaak slordigheden in het spel, ofschoon hij de
technische vaardigheden redelijk beheerst. De trainer-coach begeleidt de O13 door hem op een bepaalde
positie tijdens de wedstrijd en training (partijspel) te laten spelen. Zo komt er meer rust in zijn spel.
Bij lagere O13 teams is in de wedstrijd nog veel “kluitjesvoetbal” te zien. Vooral in 7:7 dient de trainer-coach
op de training nadruk te leggen op het “groot houden” van het veld in balbezit.
Speel altijd in het systeem 1-4-3-3. Zet spelers in de positie en leer ze op minimaal twee posities te
spelen. Stimuleer de opbouw van achteruit.
Uitgangspunten voor de keuze van de oefenstof
Het overheersende motief voor voetbal is bij O13 vooral de spelbeleving van de wedstrijd. Vertaald naar de
oefenstof betekent dat veel aandacht voor spelvormen en kleine partijspelen, waarbij de kinderen leren
ervaren wat samenwerking is en het belang er van in te zien.
Daarnaast is deze leeftijd zeer geschikt voor technische bewegingsvormen. Basistechnieken dienen zeker
een belangrijke plaats bij de keuze van de oefenstof in te nemen.
Houd bij de keuze van de oefenstof ook rekening met het gegeven dat het algemene coördinatievermogen
in deze leeftijdsfase sterk ontwikkeld kan worden. Laat de spelers veel bewegingservaring opdoen en zorg
voor goede bewegingsinstructie.

Bij balbezit
1. Hoe is de balaanname van de spelers van het eigen team?
2. Hoe wordt er geplaatst?
3. Doet iedereen mee na de pass?
4. Veldbezetting
5. Loopacties zonder bal
Bij balbezit tegenstander
1. Wordt de bal snel afgepakt?
2. Wil iedereen meedoen bij het afpakken van de bal?
3. Blijft men tussen het eigen doel en de tegenstander?
4. Bij duels kijkt men goed naar de bal i.p.v. naar de tegenstander?
5. Zijn alle posities bezet?
Bij balverovering
Kijken naar de veldbezetting en vervolgens naar de technische vaardigheden.


Bij balverlies
Kijken of de speler zijn fout herstelt en hoe de andere spelers omschakelen.
Vervolgens is het de kunst om de gesignaleerde voetbalproblemen te vertalen in oefenstof.
Vele herhalingen zorgen ervoor dat de voetbalproblemen worden opgelost.
Algemene uitgangspunten bij de keuze van de oefenstof zijn:
1. Wat is mijn doelstelling?
2. Zorg ik voor voldoende leermomenten?
3. Is beleving/plezier gegarandeerd?
4. Houd ik voldoende rekening met de leeftijd en het niveau van de
spelers? (ruimte, afmetingen, vorm, weerstand en regels)
Concrete aandachtspunten bij de training
- Een goed voorbeeld is van essentieel belang. Geef bij elke instructie een goed voorbeeld
waarbij tevens de aandachtspunten (leeraccenten) in de beweging worden aangegeven.
- Controleer tijdens het oefenen of de uitvoeringswijze correct is. Met andere woorden, controleer
in hoeverre de gegeven opdracht juist wordt uitgevoerd. Corrigeer deze fouten in de beweging
zowel individueel als groepsgewijs.
- Motiveer de spelers door uit te leggen waarom een beweging zo uitgevoerd moet worden. Een kind
dat alleen maar een opdracht moet uitvoeren, terwijl het niet zelf weet waarom, wordt minder bij
zijn eigen motorische ontwikkeling betrokken.
- Geef niet voortdurend zelf de oplossingen, maar daag de O13 uit om zelf met een oplossing te
komen door middel van het stellen van vragen.
- Besteed veel aandacht aan het samenwerken met elkaar.
- Zorg dat de organisatie voor de hele training klaar staat! Begin snel aan de training, geef niet
teveel uitleg en corrigeer als de oefening aan de gang is. Voordoen in plaats van een lang verhaal.
- Coach situatief, zet de spelsituatie stop en benadruk vooral de goede uitvoering.
- “Speel” met tijd, ruimte (vak groter/kleiner) en spelregels om de doelstelling eerder te bereiken.
- Ook verdedigen (bal afpakken) hoort bij het voetbalspel!
- Vertaal trainingssituaties naar de wedstrijd
- Stimuleer tweebenigheid
- Let op voldoende beleving en voetbalplezier, maar voorkom overdreven prestatiezucht door
als trainer-coach zelf op tijd te relativeren.
- Verhoog vanuit coördinatie en voetbaloefeningen het bewegingstempo en de handelingssnelheid.
- Verbeter het aanleren van voetbalbasistechnieken zoals: traptechniek, aan en meenemen,
koppen, etc.
- Leer tactische begrippen aan als: spel verplaatsen, openen, gesloten/open aanname, opendraaien,
rugdekking, knijpen, aansluiten, jagen, tweede bal veroveren, binnenste lijn, kaatsen, hard
inspelen, overtal situatie, diepte eruit halen, in de bal komen.
Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!